Potgrond en pH
Bij potgrond wordt vaak een pH en EC waarde aangegeven. Wat is het nu hiervan en waarom is dit zo belangrijk? Dat wordt in deze blog uitgelegd.
De pH van een oplossing is een maat voor de concentratie waterstofionen en geeft hiermee de zuurgraad aan. Het gehalte aan waterstofionen bepaalt de pH.
De concentratie van waterstofionen wordt uitgedrukt in een maat: de potentie (p). De officiële naam voor waterstof is Hydrogenium. De term pH staat dus voor: de potentie Hydrogenium, oftewel de hoeveelheid waterstof. De pH wordt uitgerukt in een schaal van 0 tot 15.
Een toenemend hoeveelheid waterstofionen heeft als resultaat dat een oplossing zuurder is. Dus een lage pH. Indien de concentratie waterstofionen gaat afnemen, wordt de oplossing meer basisch. De pH gaat dus stijgen.
Waarom is de pH zo belangrijk?
De pH heeft invloed op de beschikbaarheid van diverse elementen. Maar de pH heeft ook invloed op het wortelgestel en de plant zelf.
Bij een te lage pH (<4,0) zullen de wortels niet groeien en sterker nog deze zullen beschadigen. Bij hogere pH's (7 /8) is dit meestal niet het geval, maar zullen bepaalde elementen niet of slecht opneembaar voor de plant zijn. Dit zijn bijvoorbeeld de elementen fosfaat, mangaan en ijzer.
Hierdoor kunnen er gebreksverschijnselen optreden wat schade geeft aan de plant. Universele potgronden worden bekalkt en hebben veelal een pH tussen de 5,5 en 6,5.
EC
De letters EC staan voor het Engelse begrip Electrical Conductivity. In het Nederlands vertaald betekent dit electrische geleidbaarheid.
Het electrische geleidingsvermogen van een oplossing is een maat voor het vermogen van een oplossing om electrische stroom te geleiden. Hoe meer zouten (ionen) opgelost zijn in het water, hoe hoger de geleidbaarheid, hoe hoger de EC.
De term EC wordt veel gebruikt bij potgrondfabrikanten om aan te geven hoeveel meststoffen ze hebben toegevoegd en wat er beschikbaar zou zijn voor de plant. EC wordt uitgedrukt in milli Siemens per cm.
Om het zoutgehalte (EC) van potgrond vast te stellen wordt een bekerglas gevuld met 1 volume-deel normaal vochtige potgrond en 1,5 volumedeel gedemineraliseerd water.
Door middel van filtratie worden potgronddelen en zoutoplossing (extract) van elkaar gescheiden. In dit extract wordt met behulp van een speciale meetcel met platina-electrode het geleidingsvermogen bepaald. Hierbij dient een temperatuurcorrectie te worden toegepast.
Veel hanteert men bij zaai- en stekmengsels een EC van ca. 0,5 tot 0,8. Bij potgrond is dit hoger omdat deze meestal gebruikt worden bij planten die reeds een wortelgestel hebben.
Deze planten kunnen dus beter weerstand bieden aan de aanwezige zouten. Potgrond wordt meestal bemest met een EC van 1,2 tot 1,6.